Nederlands–Frans woordenboek

Franse vertaling van het Nederlandse woord aanbellen

Nederlands → Frans
  
NederlandsFrans (indirect vertaald)Esperanto
(bellen; luiden; schellen);
sonner à la porte
🔗 Ik zal maar niet meer aanbellen.
(aanbellen; luiden; schellen);
sonner à la porte
🔗 Ik bel je dadelijk en dan hoor je wat je met hem moet doen.