Nederlands–Fins woordenboek
Finse vertaling van het Nederlandse woord afdoen
Nederlands | Fins (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(handelen; optreden; te werk gaan; handelen) | toimia | |
(laten; maken) | tehdä | |
🔗 Een nieuw geluid deed hem opschrikken. | ||
(plaatsen; steken; stoppen; zetten) | panna | |
🔗 Die gaf zijn gevangenen nog goed te eten, al deed hij wat veel knoflook in de soep. | ||
(indienen; optreden; spelen; voorstellen; brengen) | esittää | |
🔗 Nu zal ik jullie een voorstel doen. |
Nederlands | Fins | Engels |
---|---|---|
afdoen | päättää | conclude |
afdoen | päättää | finish |