Woordenboek Nederlands–Esperanto
Esperanto‐vertaling van het Nederlandse woord wissen
Nederlands | Esperanto |
---|---|
(afwissen) | viŝi |
(afvegen; vegen; wissen) | viŝi |
(uitvegen; wegvagen; wegvegen; wegwissen) | () |
🔗 Ik zal onze voetstappen nu uitwissen. | |
(uitwissen) | () |