Woordenboek Nederlands–Esperanto

Esperanto‐vertaling van het Nederlandse woord schuw

Nederlands	Esperanto
schuw (bang; beschroomd; schroomvallig; timide; vreesachtig; bangelijk)	timema ( timida )
🔗 De afgelopen dagen liep de weinig schuwe wolf door bewoonde gebieden, zoals een woonwijk in Hoogezand.
arbeidsschuw (werkschuw)	laborevitema
kopschuw	timigita
lichtschuw	lumtima
mensenschuw	homevitema ( homtima ; homevita )
🔗 Hij leek mij een zeer ontwikkeld en intelligent man, maar buitengewoon mensenschuw.
schuwen	timeviti
🔗 Hij schuwt publiciteit.
schuwheid (bangheid; beschroomdheid; vreesachtigheid)	timemo
waterschuw	akvotima