Woordenboek Nederlands–Esperanto
Esperanto‐vertaling van het Nederlandse woord pochers
Nederlands | Esperanto |
---|---|
(blaaskaak; bluffer; ophakker; opschepper; snoever; opsnijder; grootspreker) | () |
🔗 Hij vond ze pochers die zouden vluchten als ze met gevaar te maken en hem alles alleen zouden laten opknappen. |