Woordenboek Nederlands–Esperanto
Esperanto‐vertaling van het Nederlandse woord plus
Nederlands | Esperanto |
---|---|
(circa; een stuk of; grofweg; ongeveer; zo’n; zowat; omtrent) | () |
🔗 Een troep van plusminus 1700 man, die tot het centrum van de stad poogde door te dringen, werd uiteengejaagd. | |
adicia signo | |
pozitiva signo | |