Woordenboek Nederlands–Esperanto
Esperanto‐vertaling van het Nederlandse woord groei
Nederlands | Esperanto |
---|---|
(aangroei; aanwas; toename) | () |
🔗 Een van de oorzaken is de sterke groei van het internationale toerisme. | |
(plantengroei) | |
(wasdom) | |
(aanwas; groei; toename) | () |
(toename; vermeerdering) | |
(aangroeien; toenemen; groter worden) | |
(aangroeien; stijgen; toenemen) | |
🔗 Puc was gegroeid in het afgelopen jaar, maar hij was nog steeds klein. | |
kreskiga | |
( harkreskado ) | |
(groei) | |
(begroeiing; vegetatie) | |
🔗 Ze zeggen dat hij een boek schrijft over de plantengroei in de woestijn. |