Woordenboek Nederlands–Esperanto

Esperanto‐vertaling van het Nederlandse woord blijk

Nederlands → Esperanto
  
NederlandsEsperanto
(bewijs; merkteken; teken; wenk)
blijk geven van
(laten zien; tonen; uitwijzen; vertonen)
🔗 Reith gaf blijk van zijn verbazing over de omvang van dit bedrag, maar de kapitein bleef er onverschillig onder.
()
🔗 Nu, dat Tom Poes gelijk had, bleek al spoedig.
(hulde)
🔗 Op dit punt wens ik een huldeblijk uit te spreken.