Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord zweer
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
; | ||
🔗 Hun lichamen waren getekend door zweren en overdekt met vuil. | ||
(bloedvin; steenpuist) | ||
(fistel) | fistula | |
; | ||
🔗 Hij zwoer geen wraak te zullen nemen. | ||
🔗 Toen hij drie jaar geleden wegreed, had hij gezworen dat hij nooit meer een voet in dit gat zou zetten en nu was hij toch weer terug. | ||
🔗 Ik had durven zweren dat ik hem kende, en toch wist ik zeker dat ik hem nog nooit had gezien. |
Nederlands | Engels |
---|---|
zweer | sore; ulcer; ulceration |
zweren | fester; swear; ulcerate; vow |