Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord zus

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(zuster)
🔗 André Hazes denkt dat het tussen hem en zijn zus Roxeanne nog wel goed kan komen.
zus
sibling
(schoonzuster)
🔗 Hij trouwde in 1630 in Amsterdam met Porcellis’ schoonzus Judith Flessiers.
twin sister

NederlandsEngels
zus sis; sister
schoonzus sister‐in‐law
tweelingzus twin sister