Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord wolf

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
🔗 De wolf liet dit onverschillig.
caries
(Tasmaanse tijger; buidelwolf)
Tasmanian wolf
;
thylacine
🔗 Sinds de Tasmaanse wolf is uitgestorven, is de Tasmaanse duivel het grootste vleesetende buideldier.
(Tasmaanse tijger; Tasmaanse wolf)
Tasmanian wolf
;
thylacine
money‐grubber
(gewone jakhals; goudjakhals; rietwolf)
golden jackal
male wolf
virlupo
(coyote);
prairie‐wolf
🔗 Hij was ongeveer zo groot als een prairiewolf en had drie tenen aan de voor‐ én achterpoten.
(gewone jakhals; goudwolf; goudjakhals)
golden jackal
(blauwe monnikskap)
common monkshood
(wolvewelp)
gypsywort
;
bugleweed
;
European bugleweed
;
water horehound
(roedel);
🔗 Ik denk dat er binnen vijf jaar een wolvenroedel zich in Nederland heeft gevestigd.
(wolfsjong)
🔗 Op de grens van Drenthe en Friesland zijn vijf wolvewelpen gezien.
🔗 Hoe dan ook is Schauvliege bijzonder blij met de komst van de wolvin.

NederlandsEngels
wolf caries; gin; wolf
huilen met de wolven in het bos run with the hare and hunt with the hounds
Tasmaanse wolf thylacine; Tasmanian wolf
aardwolf aardwolf
buidelwolf thylacine; Tasmanian wolf
geldwolf money‐grubber
mannetjeswolf male wolf
prairiewolf coyote; prairie‐wolf
wolfsdood aconite; monkshood; common monkshood; wolfsbane
wolfspoot gypsywort; bugleweed; European bugleweed; water horehound
wolvewelp wolf‐cub