Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord oogglas
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
monocle | ||
🔗 De burgemeester wierp een peinzende blik op heer Ollie en begon zijn oogglas op te poetsen. | ||
🔗 Het donkere meisje zette een paar glazen op tafel. | ||
🔗 Misschien waren de edelstenen dus toch glas, en was de grote tovenaar alleen maar een doodgewone goochelaar, op weg naar een jaarmarkt in Kost. | ||
🔗 Ik knipperde met de ogen. | ||
(punt; spikkel; stip) | ; | |
(kiem) |
Nederlands | Engels |
---|---|
oogglas | eyepiece |
glas | bell; drink; glass; shot; chimney |
oog | eye; grommet; grummet; orb; pip; point; spot |