Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord normaal‐

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
normative
;
norma
🔗 Zijn gezicht werd weer normaal.
(normaliter)
🔗 De patiënt praat weer normaal.
(normaliter; normaal)
ordinarily
;
🔗 Normaal gesproken had een mens weinig van hen te vrezen.
;
freak
nenormala
🔗 Ze zagen of hoorden niets abnormaals in het bos.
nenormale
🔗 Verklaar het, voor een verbinding met een zó kleine molecuulmassa, abnormaal hoge kookpunt van methanol.
(standaardiseren)
standardize
normigi
(normaal)
🔗 Normaliter is de route naar Qyrre volkomen veilig.

NederlandsEngels
normaal normal; normally; ordinary; routine; unexceptional
normaal‐ standard
niet normaal zijn be not one’s usual self; be not right in one’s head
abnormaal abnormal; anomalous; freak; abnormally
normaalspoor standard gauge
normaliseren normalize; standardize; regulate
normaliteit normalcy; normality
normaliter normally