Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord installeren

Nederlands	Engels (indirect vertaald)	Esperanto
installeren (aanleggen)	install	instali
herinstalleren	reinstall	reinstali
installatie (inrichting; opstand)	facility	instalaĵo

Nederlands	Engels
installeren	⇆ chair; ⇆ enthrone; ⇆ inaugurate; ⇆ induct; ⇆ install; ⇆ instate; ⇆ institute; ⇆ invest; ⇆ lay; ⇆ settle
zich installeren	⇆ install oneself; ⇆ settle oneself; ⇆ settle; ⇆ settle down; ⇆ settle in
herinstalleren	⇆ reinstall
installateur	⇆ installer; ⇆ electrician
installatie	⇆ equipment; ⇆ facility; ⇆ fitments; ⇆ fittings; ⇆ induction; ⇆ installation; ⇆ institution; ⇆ investiture; ⇆ plant; ⇆ inauguration; ⇆ enthronement