Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord gezwel

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(tumor)
tumour
(opzwelling);
swelling
(abces; etterbuil)
(opzwellen; rijzen; uitdijen);
ŝveli
🔗 De rivier was sterk gezwollen.
(doen zwellen)
inflate
ŝveligi

NederlandsEngels
gezwel abscess; aposteme; bump; growth; intumescence; swelling; tubercle; tumour
ettergezwel abscess; gathering
kankergezwel cancerous tumour; cancerous growth
kliergezwel scrofulous tumour
kropgezwel goitre; struma
vetgezwel fatty tumour
zwellen bag; bloat; bulge; heave; swell; tumefy