Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord gesnork

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(bluffen; ophakken; opscheppen; pochen; snoeven; stoffen; grootspreken; opsnijden);
(ronken; snurken)
snore

NederlandsEngels
gesnork snoring
snorken snore; brag; boast