Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord automobiel

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(auto)
🔗 De zakenman had zich per automobiel naar het eiland gerept om zaken te doen.
automobiel‐
(auto‐)
automotive
(automobiel);
🔗 Ze schonk geen aandacht aan de auto voordat hij stopte.
motorist
🔗 De 45‐jarige automobilist uit Hellevoetsluis overleed ter plekke aan zijn verwondingen.
motorist
🔗 Automobilisten moeten dan ook rekening houden met volle wegen richting de kust, meldde de ANWB vrijdag.

NederlandsEngels
automobiel automobile; motor‐car
auto auto; automobile; car; motor; motor‐car
automobilist automobilist; motorist; car user