Nederlands–Duits woordenboek

Duitse vertaling van het Nederlandse woord aanbinden

Nederlands → Duits
  
NederlandsDuits (indirect vertaald)Esperanto
(meren; onderbinden; vastbinden; vastleggen; aanmeren)
anschließen
; ; ;
den Anfang machen
;
antreten
;
ergreifen
;
zu kämpfen beginnen
;
losschlagen
🔗 „Bois‐Guilbert is een goed strijder,” antwoordde De Bracy, „maar er zijn anderen aanwezig, prior, die niet zullen aarzelen de strijd met hem aan te binden.”
(inbinden);
einbinden
verdichten
;
zusammendrängen
;
komprimieren
(vastbinden; vastmaken; verbinden);
🔗 Ook hij werd gebonden.