Nederlands–Afrikaans woordenboek
Afrikaanse vertaling van het Nederlandse woord aanmaken
Nederlands | Afrikaans (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(aanleggen; aansteken; opsteken) | ; | |
🔗 En zal ik het vuur aanmaken? | ||
(maken) | ||
🔗 Hij greep de walmende schaal waarin Pieps zijn mengsel had aangemaakt en snelde er driftig mee naar het open venster. | ||
(toebereiden; opmaken; bereiden) | ||
(doen ontstaan; formeren; instellen; opleveren; opwekken; in het leven roepen) | ; ; | |
🔗 Ik maakte geen vuur. | ||
(uitvoeren; vervaardigen) | ; | |
🔗 Hoe wordt een bronzen beeld gemaakt? | ||
(creëren; scheppen) | ||
🔗 Ook de andere schilderijen die hier hangen, zijn niet in Londen gemaakt. | ||
(scheppen) | ||
(begaan; doen; uithalen; uitrichten; verrichten; uitvoeren) | ; ; ; ; ; | |
🔗 Ten eerste moeten wij een keus maken. | ||
(aanmaken) | ||
🔗 Je moet voor mij een robot maken. | ||
🔗 We moeten van de nood een deugd maken. |