Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord wedding‐trip
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(journey; voyage) | ; ; trip | |
(excursion; outing; sightseeing trip) | ; trip ; | |
🔗 One trip, to Indonesia in 2019, may have cost as much as $ 500,000 (£ 403,000), according to the non‐profit news website. | ||
wedding | ||
wedding (wedding‐party) | ||
wedding (wedding‐feast; wedding‐party) | ||
wedding | trouwplechtigheid | geedziĝa soleno |
wedding (marriage) | ; | |
wedding (marriage) | ||
wedding (wedding ceremony; nuptials) |
Engels | Nederlands |
---|---|
wedding‐trip | ⇆ huwelijksreis |
trip | ⇆ de voet lichten; ⇆ doen struikelen; ⇆ dribbelen; ⇆ een beentje lichten; ⇆ een fout maken; ⇆ een misstap doen; ⇆ fout; ⇆ huppelen; ⇆ laten struikelen; ⇆ lichten; ⇆ losgooien; ⇆ losstoten; ⇆ misstap; ⇆ op een fout betrappen; ⇆ overhalen; ⇆ reis; ⇆ reisje; ⇆ struikelen; ⇆ struikeling; ⇆ tochtje; ⇆ toer; ⇆ trip; ⇆ trippelen; ⇆ trippen; ⇆ uitstapje; ⇆ vangen |
wedding | ⇆ bruiloft; ⇆ huwelijk; ⇆ huwelijksfeest; ⇆ trouwerij; ⇆ trouwfeest |