Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord uniform

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
tenue
;
🔗 Did they wear a uniform?
uniform
; ;
uniformity
; ;
uniformiteit

EngelsNederlands
uniform dienstkleding; eenparig; eensluidend; eenvormig; egaal; gelijk; gelijkmatig; gelijkvormig; onveranderlijk; tenue; uniform; uniformeren
army uniform legeruniform
field‐service uniform veldtenue
gala uniform apepak
in full uniform in groot tenue
uniform cap uniformpet
uniformed geüniformeerd; in uniform
uniformity eenheid; eenheidsworst; eenparigheid; eenvormigheid; gelijkheid; gelijkmatigheid; gelijkvormigheid; uniformiteit
uniformly eenparig; steeds op dezelfde manier; uniform