Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord tuck in

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands
tuck in innemen; instoppen; smikkelen; toedekken; toestoppen; zich te goed doen
tuck eterij; inleg; innemen; instoppen; lekkers; omslaan; omslag; opnaaisel; opschorten; opstropen; plooi; snoep; stoppen; wegstoppen