Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord sufficient
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(enough; enow) | ; ; | |
🔗 It is sufficient, is it not? | ||
sufficient (enough; plenty of; enough of) | ; | sufiĉe da |
insufficient (inadequate; meagre; poor; scarce; short) | ; | nesufiĉa |
(do; be enough) | ; ; ; voldoende zijn ; | |
🔗 Will these suffice? | ||
(quite; rather; pretty) | ; | |
🔗 If Donal’s man does not make matters sufficiently clear for our satisfaction, we have but to return and take the path. |
Engels | Nederlands |
---|---|
sufficient | ⇆ genoeg; ⇆ genoegzaam; ⇆ toereikend; ⇆ voldoend; ⇆ voldoende |
be sufficient | ⇆ genoeg zijn; ⇆ toereiken |
sufficient unto the day is the evil thereof | ⇆ elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad; ⇆ geen zorgen voor de dag van morgen; ⇆ wie dan leeft, wie dan zorgt |
insufficient | ⇆ ongenoegzaam; ⇆ ontoereikend; ⇆ onvoldoend; ⇆ onvoldoende |
self‐sufficient | ⇆ autarkisch; ⇆ zelfgenoegzaam; ⇆ zelfstandig |
suffice | ⇆ genoeg zijn; ⇆ toereiken; ⇆ toereikend zijn; ⇆ voldoen; ⇆ voldoende zijn; ⇆ volstaan |
sufficiently | ⇆ genoegzaam; ⇆ voldoend; ⇆ voldoende |