Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord singular

Engels	Nederlands (indirect vertaald)	Esperanto
singular (unique; one and only)	enig	unika
singular	enkelvoud	singularo
singularity	singulariteit	neordinaraĵo

Engels	Nederlands
singular	⇆ bijzonder; ⇆ eigenaardig; ⇆ enig; ⇆ enkelvoud; ⇆ enkelvoudig; ⇆ ongemeen; ⇆ zeldzaam; ⇆ zonderbaar; ⇆ zonderling
singular number	⇆ enkelvoud
the singular number	⇆ het enkelvoud
singularity	⇆ eigenaardigheid; ⇆ enkelvoudigheid; ⇆ singulariteit; ⇆ zonderlingheid