Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord predicate
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
; | ||
bepaling van gesteldheid ; naamwoordelijk deel van het gezegde |
Engels | Nederlands |
---|---|
predicate | ⇆ aannemen; ⇆ baseren; ⇆ beweren; ⇆ gezegde; ⇆ impliceren; ⇆ predikaat; ⇆ toekennen; ⇆ wijzen op |
predicate of | ⇆ toekennen aan |
predicate on | ⇆ baseren op |
predicable | ⇆ <wat van iets verklaard kan worden> |
predication | ⇆ bevestiging; ⇆ bewering; ⇆ toekenning |
predicative | ⇆ bevestigend; ⇆ predikatief |