Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord fly‐wheel
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
fly‐wheel | ||
(approach) | ||
(balance; balance‐wheel) | ||
(wing) | ||
(hoist; hoist up; run up) | ; ; | |
(steer; drive) | ||
🔗 Then, together, hand in hand, they went to their fretting winged creatures, and so flew back to Ascolais. | ||
wheel | ; | |
wheel (handlebars; helm; rudder; handlebar) | ; | |
wheel (roll) | ||
wheel (turn around; turn back; turn round; turn; recourse; resort; whirl; apply) | ; ; ; ; ; |
Engels | Nederlands |
---|---|
fly‐wheel | vliegwiel |
fly | besturen; bevliegen; geslepen; gulp; klep; laten vliegen; laten wapperen; omvliegen; onrust; ontvluchten; oplaten; per vliegtuig vervoeren; sluw; snellen; uitgeslapen; vervliegen; vlieden; vlieg; vliegen; vliegen over; vliegwiel; vluchten; voeren; voorbijsnellen; waaien; wapperen |
wheel | cirkelen; draaien; draaischijf; kruien; laten zwenken; pottenbakkersschijf; rad; rijden; roer; rollen; schijf; spinnewiel; stuur; stuurrad; voortrollen; wiel; wielrijden; zwenken; zwenking |