Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord conjure
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
conjure | ||
conjurer (magician; prestidigitator) |
Engels | Nederlands |
---|---|
conjure | ⇆ bezweren; ⇆ goochelen; ⇆ ophoesten; ⇆ oproepen; ⇆ smeken; ⇆ te voorschijn toveren; ⇆ toveren; ⇆ vandaan halen |
a name to conjure with | ⇆ een naam waarvoor alle deuren opengaan |
conjure away | ⇆ wegtoveren |
conjure up | ⇆ bezweren; ⇆ ophoesten; ⇆ oproepen; ⇆ te voorschijn toveren; ⇆ toveren; ⇆ vandaan halen; ⇆ voortoveren |
conjuration | ⇆ bezwering; ⇆ samenzwering; ⇆ smeking |
conjurer | ⇆ geestenbezweerder; ⇆ goochelaar; ⇆ illusionist; ⇆ tovenaar; ⇆ toveraar |
conjuring | ⇆ goochelarij |