Nederlands–Afrikaanse woordeboek
Afrikaanse vertaling van die Nederlandse woord tref
Nederlands | Afrikaans (onregstreeks vertaal) | Esperanto |
---|---|---|
tref (bof; geluk; mazzel) | ||
(ontmoeten) | ||
(halen; raken) | ||
🔗 De man met het zwaard wachtte op een kans om toe te slaan zonder het risico te lopen dat hij de soldaten trof. |