Engels–Afrikaanse woordeboek

Afrikaanse vertaling van die Engelse woord bear a hand

Engels → Afrikaans
  
EngelsAfrikaans (onregstreeks vertaal)Esperanto
(give birth to; farrow; beget; give birth)
🔗 The moment I laid eyes on her, I knew she was the girl who should bear my sons.
(produce; yield);
(endure; put up with; suffer; sustain; ail)
🔗 I can’t bear to watch.
🔗 Local police said the bear attacked three men, one of whom was seriously injured, and a woman in her 80s, according to NHK.
(carry)
🔗 Also she had observed that some of the horses bore riders.
(carry)
🔗 He bore her up the stone stairs.
(labourer; operative; worker; working man; workman)
🔗 Scales laid a hand on his shoulder.
(convey; hand over; pass; assign; deliver; transmit; transfer; turn over)
(veteran; ex‐serviceman)

EngelsAfrikaans
bear a hand help
bear aanhou; baar; beer; besit; brommerige kêrel; deurstaan; dra; draag; druk; duld; gedra; gee; lomperd; op ’n daling spekuleer; spekulant‐op‐daling; stut; tors; uitstaan; veel; verdra; verdraag; voer; voortbring
hand aangee; aanreik; applous; beurt; bos; greep; hand; handskrif; handtekening; help; hulp; kaarte; kant; matroos; met die hande bewerk; oorhandig; reef; reik; skouerstuk; skrif; sy; toereik; vasmaak; werkkrag; werkman; werksman; wyser