Afrikaans–Engelse woordeboek

Engelse vertaling van die Afrikaanse woord wen

Afrikaans → Engels
  
AfrikaansEngels (onregstreeks vertaal)Esperanto
(behaal);
🔗 Indien hy wen, sal koning Letsie III hom vra om ’n regering saam te stel.
;
gain time

AfrikaansEngels
wen accustom; beat; carry off; come out on top; distance; familiarize; gain; goitre; habituate; harvest; inure; land; outfight; outrival; outstrip; reap; wen; win; winch; winning
die beker wen take the cup
die hart wen van win the heart of
tyd wen gain time
wen op fore‐reach; gain on
wie nie waag nie, wie nie wen nie faint heart never won fair lady; fortune favours the bold; nothing venture nothing gain
aanwen accustom; contract; habituate; accustom oneself; reclaim
afwen disaccustom; disuse; grow out of; unwind; wean
gewente habit
ontwen disaccustom; dishabituate
oorwen winning; master
oorwin cast; conquer; conquered; foil; pill; subdue; vanquish; worst; get the best of; master; overmaster; overmatch; overthrow; rout; surmount; triumph over; whop; worsted
terugwen rewin
wendag field‐day
wenner gainer; winner
wenpunt game point
wenskoot draw
winning winning; gaining; production; reclamation; recovery; saving; working