Afrikaans–Engelse woordeboek

Engelse vertaling van die Afrikaanse woord groot

Engels/Afrikaans
Afrikaans → Engels
  
AfrikaansEngels (onregstreeks vertaal)Esperanto
; ; ; ;
🔗 Daar is steeds groot dele van ons sonnestelsel wat onbekend is.
;
; ;
🔗 Aanvanklik is groot sukses behaal.
(Egiptiese muishond);
🔗 Die groothertog is volgens die Luxemburgse grondwet van 1868 die staatshoof.
grandparents
🔗 Op vyfjarige ouderdom het hy in Vinci gaan woon, in die huis van sy vader, grootouers en oom Francesco.

AfrikaansEngels
groot⇆ big; ⇆ bouncing; ⇆ broad; ⇆ bulky; ⇆ exquisite; ⇆ extreme; ⇆ grand; ⇆ great; ⇆ gross; ⇆ grown; ⇆ handsome; ⇆ howling; ⇆ important; ⇆ in extent; ⇆ large; ⇆ liberal; ⇆ lumping; ⇆ major; ⇆ mickle; ⇆ mightily; ⇆ mighty; ⇆ out; ⇆ roomy; ⇆ rousing; ⇆ sizeable; ⇆ spacious; ⇆ spanking; ⇆ strapping; ⇆ sweeping; ⇆ tall; ⇆ vast; ⇆ wide
in die groot⇆ by the gross
te groot leef⇆ outrun one’s income
begroot⇆ budget; ⇆ compute; ⇆ measure
ekstragroot⇆ king‐size
grootboek⇆ ledger
grootbring⇆ raise; ⇆ rear
grootdoener⇆ swaggerer
grootdoenerig⇆ pompous
grootgrondbesit⇆ landownership
grootgrysmuishond⇆ Egyptian mongoose; ⇆ ichneumon
groothandel⇆ wholesale; ⇆ wholesale trade
groothandelaar⇆ wholesale dealer; ⇆ wholesaler; ⇆ dealer in gross
groothertog⇆ grand‐duke
groothoofdig⇆ megacephalic
grootkop⇆ big end; ⇆ mastermind
grootlawaai⇆ four‐flusher
grootletter⇆ cock‐up
grootmas⇆ mainmast
grootmeester⇆ grand master
grootmes⇆ carver; ⇆ carving‐knife; ⇆ hunting‐knife; ⇆ gully
grootmoeder⇆ grandam; ⇆ grandmother
grootooraap⇆ tamarin
grootouer⇆ grandparent
grootouers⇆ grandparents
grootpens⇆ rumen
grootpraat⇆ bluff; ⇆ boast; ⇆ bounce; ⇆ brag; ⇆ crack; ⇆ gas; ⇆ gasconade; ⇆ talk though one’s hat; ⇆ hector; ⇆ rant; ⇆ rodomontade; ⇆ swagger; ⇆ talk big; ⇆ vapour; ⇆ vaunt
grootra⇆ main yard
grootrietreier⇆ great bittern; ⇆ Eurasian bittern
groots⇆ ambitious; ⇆ august; ⇆ exalted; ⇆ grand; ⇆ majestic; ⇆ proud; ⇆ magnific; ⇆ grandiose; ⇆ noble; ⇆ palatial; ⇆ stately; ⇆ superb
grootseil⇆ mainsail
grootskaals⇆ on a large scale
grootskrif⇆ text‐hand
grootspraak⇆ fanfaronade; ⇆ gasconade; ⇆ grandiloquence; ⇆ hyperbole; ⇆ rant
grootsproeier⇆ main jet
grootstag⇆ mainstay
grootsteeds⇆ fashionable
grootsteek⇆ gasconade; ⇆ herringbone stitch
groottoon⇆ big toe
groottotaal⇆ grand total
grootvader⇆ grandfather; ⇆ grand sire
grootverlof⇆ furlough
grootvisier⇆ grand vizier
grootwant⇆ main shroud
grootwild⇆ big game
grotendeels⇆ chiefly; ⇆ to a large extent; ⇆ to a great extent; ⇆ largely; ⇆ mainly; ⇆ for the most part; ⇆ principally
lewensgroot⇆ full‐length; ⇆ as large as life
vergroot⇆ aggrandize; ⇆ amplify; ⇆ augment; ⇆ dilate; ⇆ eke; ⇆ enhance; ⇆ enlarge; ⇆ enlarged; ⇆ exaggerate; ⇆ swell; ⇆ increase; ⇆ magnify; ⇆ pile it on; ⇆ pull the long bow