Afrikaans–Engelse woordeboek

Engelse vertaling van die Afrikaanse woord bind

Afrikaans	Engels (onregstreeks vertaal)	Esperanto
vasbind	tie ; tie up ; fasten	ligi
🔗 Een was aan ’n betonblok vasgebind.
verbind	connect	ligi
🔗 ’n Spoorlyn is gebou om Boksburg met Johannesburg te verbind in 1890.

Afrikaans	Engels
bind	⇆ bind; ⇆ chain; ⇆ cord; ⇆ enfetter; ⇆ enthral; ⇆ harden; ⇆ leash; ⇆ nail; ⇆ nail down; ⇆ set; ⇆ thicken; ⇆ tie; ⇆ trammel; ⇆ truss
aanmekaarbind	⇆ tie together
afbind	⇆ tie up; ⇆ ligate; ⇆ ligature
bindbalk	⇆ binder; ⇆ binding‐joist; ⇆ bond‐timber; ⇆ collar‐beam; ⇆ cross‐tie; ⇆ tie‐beam; ⇆ hammer‐beam
bindbeuel	⇆ lashing‐handle
bindhoutjie	⇆ dropper
bindketting	⇆ lashing chain
bindmiddel	⇆ binder; ⇆ binding agent; ⇆ cementing material; ⇆ medium; ⇆ stypic
bindplaat	⇆ fish‐plate
bindspier	⇆ ligament
bindvlies	⇆ conjuctiva
bindweefsel	⇆ connective tissue
bindwoord	⇆ conjunctive
inbind	⇆ bind; ⇆ furl
losbind	⇆ unbind; ⇆ undo; ⇆ untie
ombind	⇆ fillet; ⇆ gird; ⇆ gird round
ontbind	⇆ decompose; ⇆ demobilize; ⇆ disassociate; ⇆ disattach; ⇆ disband; ⇆ disembody; ⇆ disestablish; ⇆ disincorporate; ⇆ dismiss; ⇆ dismount; ⇆ disorganize; ⇆ dissociate; ⇆ dissolve; ⇆ resolve; ⇆ solve; ⇆ unbind
saambind	⇆ bundle; ⇆ colligate; ⇆ fasten together; ⇆ unite
toebind	⇆ fasten
vasbind	⇆ bind up; ⇆ brace; ⇆ fasten; ⇆ fetter; ⇆ rope; ⇆ swathe; ⇆ gammion; ⇆ frap; ⇆ gyve; ⇆ lash; ⇆ lash down; ⇆ reeve; ⇆ rope up; ⇆ seize; ⇆ strangulate; ⇆ string; ⇆ tape; ⇆ tie; ⇆ tie up
verbind	⇆ affiliate; ⇆ affined; ⇆ affix; ⇆ agglutinate; ⇆ amalgamate; ⇆ articulate; ⇆ associate; ⇆ attach; ⇆ bandage; ⇆ bind; ⇆ bind up; ⇆ bond; ⇆ brace; ⇆ link; ⇆ cement; ⇆ colligate; ⇆ combine; ⇆ conjoin; ⇆ connect; ⇆ construe; ⇆ copulate; ⇆ couple; ⇆ dress; ⇆ engage; ⇆ fasten; ⇆ splice; ⇆ swathe; ⇆ weld; ⇆ hypothecate; ⇆ join; ⇆ joint; ⇆ knit up; ⇆ knot; ⇆ ligate; ⇆ ligature; ⇆ link together; ⇆ marry; ⇆ mortgage; ⇆ obligate; ⇆ refasten; ⇆ tag; ⇆ put through; ⇆ tie; ⇆ tie up; ⇆ unite