Niederländisch–Deutsches Wörterbuch
Deutsche Übersetzung des niederländischen Wortes veldwachter
Niederländisch | Deutsch (indirekt übersetzt) | Esperanto |
---|---|---|
(gendarme) | Gendarm ; Landjäger | |
🔗 Er kwamen twee veldwachters op hem af, maar ze hielden hun paarden niet in en knikten hem toe terwijl ze in oostelijke richting langsreden. | ||
(land) | ; ; ; Gefilde ; Gebiet ; Bereich | |
; | ||
🔗 Volgens Sierksma voerde de heerlijkheid als wapen 3 rozen van keel en een kerk van goud op een veld van zilver. | ||
(bewaarder; bewaker; hoeder; wacht) | Gardist ; Hüter ; Aufseher ; Wärter ; Wächter | |
🔗 Er liepen ook een paar wachters tussen de struiken in de buurt van het pad. |