Dictionnaire néerlandais–français

Traduction française du mot néerlandais lijden

néerlandais → français
  
néerlandaisfrançais (traduit indirectement)espéranto
(doorstaan; uitstaan)
endurer
;
souffrir
;
subir
🔗 Mijn vijanden zouden lijden, zoals ik geleden had, en erger!
(dulden; gedogen; toelaten; tolereren; velen; verdragen)
tolérer
🔗 Hoe kan zo iemand dergelijk gezelschap lijden?
(passief)
passif
pasiva
infirme
🔗 De lijder, die daar niet op gerekend had, verloor zijn houvast en sloeg met een akelige kreet overboord.
(deernis; erbarmen; mededogen; medelij)
apitoiement
;
compassion
;
pitié
🔗 Medelijden verdien ik, geen nieuwe slagen van het noodlot!
(sterven; vergaan; verscheiden)
décéder
🔗 Zijn vrouw is overleden.