Dictionnaire néerlandais–français

Traduction française du mot néerlandais kracht

néerlandais → français
  
néerlandaisfrançais (traduit indirectement)espéranto
(sterkte)
force
(macht; vermogen)
capacité
;
habilité
🔗 Men zal mijn kracht leren kennen!
(sterkte)
force
;
puissance
🔗 De aardbeving op 11 maart had een kracht van 9,0 op de schaal van Richter.
fortement
🔗 Hier moet met kracht tegen opgetreden worden.
(bevestigen; staven; vormen)
confirmer
(arbeidsvermogen; energie)
énergie
🔗 Heer Tramador ging heen, lichtelijk verbaasd over koning Audry’s daadkracht.
pouvoir d’achat
(fiks; sterk; straf; krachtdadig)
fort
;
puissant
🔗 Al zijt ge jong en krachtig, de dood volgt u zwijgend als bij ieder ander.
(sterk; terdege; krachtdadig; hard)
fortement
🔗 Hij zag een lange, krachtig gebouwde jongeman naast zich staan.
(machtig)
puissant
(leraar; onderwijzer)
instituteur
🔗 Als ik het goed heb, werd een van uw eigen leerkrachten een jaar of twee geleden gewurgd door een onbekende moordenaar.
épuiser
;
énergie
🔗 De oude veerkracht was in zijn tred teruggekeerd.
verbeeldingskracht
(fantasie)
fantaisie
verbeeldingskracht
(voorstellingsvermogen)
imagination
(geweld aandoen)
violer
🔗 Toch worden er nog veel vrouwen verkracht in India.
waterkracht
force hydraulique
(arbeider; werker; werkman)
ouvrier
🔗 Ze zegt dat Namour de leiding heeft over alle werkkrachten van buiten.
gravitation
;
pesanteur
🔗 Niet alleen de grootte van de zwaartekracht is variabel over de Aarde, maar ook haar richting.