English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word wardress

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
ward
(district; neighbourhood; quarter; area)
;
ward
(pupil; charge)
ward
(chamber; room)
;
ward
(department; division; section)

EnglishDutch
wardress cipier; vrouwelijke cipier
ward afdeling; afslaan; afwenden; kiesdistrict; pareren; pupil; stadswijk; wijk; zaal