English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word shopping‐bag

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
butikuma mansako
(sack; sac; pouch);
(bale; package);
(catch; grapple; captivate; grab; seize; trap; apprehend; grasp; snare)
(prey; capture; quarry)

EnglishDutch
shopping‐bag boodschappentas
bag baal; buidel; builtje; buitmaken; colli; collo; flodderen; geschoten wild; hoog van de toren blazen; in zakken doen; in zijn zak steken; koffer; opzakken; pak; pikken; schieten; slobberen; slodderen; tableau; tas; uier; uitweiden; vangen; vangst; weitas; weten de bemachtigen; zak; zakken; zakkerig zitten; zwellen
shopping boodschappen; winkelbezoek; winkelen