English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word resoluble

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
resolve
(decide; choose; determine; settle; adjudicate)
;
resolve
(settle; unriddle; unravel; dissolve)
(decisiveness; determination; resolution; willpower; fortitude)
🔗 The first test of that resolve has now come.

EnglishDutch
resoluble oplosbaar; smeltbaar
resolve besluit; besluiten; doen besluiten; ontbinden; oplossen; vastberadenheid; verdwijnen; zich oplossen; zich voornemen