English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word regulate

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(regularize; settle; adjust); ;
reguligi
(regiment)
reglamenti
regular
(even; steady)
; ;
regular
(on time; prompt; punctual; timely)
; ; ; ; ;
regular
(frequent; common; commonplace)
;
ofta
regular
🔗 And then, Šojgu’s ministry started forcing Wagner fighters to sign contracts making them part of the regular army—and reducing Prigožin’s role.
regulation
(setting)
;
regulation
(rule)
regulation
(control; reign; rule; governance; ruling; ascendancy; ascendance)
; ; ; ;
regulation
(setting; adjustment)
vereffening

EnglishDutch
regulate normaliseren; ordenen; regelen; reglementeren; reguleren; schikken
regular behoorlijk; beroeps‐; echt; gediplomeerd; geregeld; getrouw; gewoon; kloosterling; ordegeestelijke; ordesgeestelijke; regelmatig; regulair; regulier; stamgast; steevast; trouw; vast; vast werkman; vaste klant
regulation bepaling; dienst‐; model‐; normalisatie; normalisering; ordening; regeling; reglement; reglementair; reglementering; schikking; statuut; verordening; voorgeschreven; voorschrift
regulative regelings‐
regulator onrust; regelaar; regelknop; regulateur; slinger