English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word raw‐boned

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
; ; ;
🔗 The scientists identified prey items from fragments of bones and hair in the wolf dung collected in the region.
(crude; unrefined; unwrought; unworked; flat; undressed); ;
(uncooked);
🔗 Apples are often eaten raw.

EnglishDutch
raw‐boned mager
bone balein; been; beentje; benen; bot; door en door; essentie; gappen; graat; kern; kluif; knok; knook; ontgraten; schonk; uitbenen
raw gemeen; gevoelig; groen; grof; guur; onbewerkt; onervaren; ongekookt; ongeoefend; onverbloemd; pijnlijk; puur; rauw; ruw; ruwe plek; sec