English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word quarters

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
quarters
;
ĉambroj
(HQ)
🔗 Ukrainian officials have said that Cokov was killed in a missile attack on a Russian headquarters in the occupied city of Berdjansʹk.
(HQ)
(fourth); ;
vierendeel
🔗 You don’t know a quarter of it.
(district; neighbourhood; area; ward); ;
(term)
kvaronumi

EnglishDutch
quarters achterhand; achterste; huisvesting; kamers; kwartieren; logies; plaats; verblijf; verblijven; vertrekken
all hands to quarters! iedereen op zijn post!
at close quarters dichtbij; van dichtbij
come to close quarters handgemeen worden
from all quarters van alle kanten
from high quarters van hogerhand
in exalted quarters aan het hof; in regeringskringen
in high quarters aan het hof; in regeringskringen
live at close quarters klein behuisd zijn
headquarters hoofdbureau; hoofdkantoor; hoofdkwartier; hoofdzetel; staf; stafkwartier
night‐quarters nachtverblijf
quarter <lengtemaat>; <massa‐eenheid>; achterwerk; afzoeken; bout; buurt; in vieren delen; in vieren verdelen; inkwartieren; kwart; kwartaal; kwartier; kwartje; landstreek; stadswijk; vierde; vierde deel; vierendeel; vierendelen; wijk; windstreek; zijstuk