English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word once again

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(again; all over again; anew; afresh; once more; a second time); ; ; ;
🔗 Once again he shook his head.
(all over again; anew; afresh; once again; once more; a second time); ; ;
🔗 When will I see you again?
(once more);
(in addition; additionally; as well);
op de koop toe
aldone
(on occasion; sometimes; occasionally)
(one time);
(as soon as)
🔗 Because once we run out of hospital beds, we will face something the likes of which we’ve never seen before.

EnglishDutch
once again alweer; andermaal; nog eens; nogmaals; opnieuw; weder; weer
again aan de andere kant; alweer; andermaal; herhaaldelijk; nog eens; ook; opnieuw; van de andere kant; van de weeromstuit; verder; weder; weer
once als eenmaal; eenmaal; eens; maar eerst eens; toen eenmaal; zodra