English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word knock up

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(blow; hit; smack; strike; stroke; poke); ;
(criticize; censure); ; ;
kritiek uiten
;
kritiek uitoefenen op
;
kritiek uitoefenen
🔗 Now it knocked at the door.

EnglishDutch
knock up bezwangeren; een warming‐up doen; improviseren; in de hoogte slaan; inspelen; opkloppen; opporren; porren; uitputten; wekken; zwanger maken
knock aankloppen; aantikken; afkammen; botsen; klap; klop; kloppen; klopsignaal; neuken; ratelen; slaan; slag; stoten