English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word jet

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(jet plane)
🔗 The company hasn’t said how long the production halt will last or at what rate it might resume once the Federal Aviation Administration certifies the jets to fly again.
(nozzle)
sproeier
(jet fighter)
🔗 A Russian fighter jet crashed into a two‐story residential building in the Siberian city of Irkutsk Sunday, leaving its two pilots dead, a local official said.
jet engine
jet fighter
(fighter jet)
jet plane
(jet)
;
jet plane
;
jetty
;
turbojet
turbinestraalmotor

EnglishDutch
jet fontein; gasbek; gaspit; gasvlam; gietbuis; gietgat; git; gitten; guts; per straalvliegtuig reizen; per straalvliegtuig vervoeren; sproeier; spuiten; straal; straalpijp; straalvliegtuig; uitspuiten; vlam; waterstraal
fighter jet straaljager
jet bomber straalbommenwerper
jet engine straalmotor
jet exhaust straalpijp
jet fighter straaljager
jet lag jetlag
jet nozzle straalpijp
jet of water waterstraal
jet pipe straalpijp
jet plane jet; straalvliegtuig
jet propulsion straalaandrijving
jet set jetset
gas‐jet gasbrander; gaspit; gasvlam
jet‐black gitzwart
jet‐propelled met straalaandrijving
jetty gitzwart; havendam; pier; steiger
ramjet ramjet; stuwstraalmotor
turbojet straalturbine; turbinestraalbuis; turbinestraalmotor; turbinestraalvliegtuig