English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word indict

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
indict for
(accuse of; charge with; impeach of; tax with)
indict for
(accuse of; charge with; impeach of; tax with)
beschuldigen van
kulpigi pri
indiction
(proclamation; notice)
; ; ;
uitvaardiging
indictment
(accusation; charge; complaint; accusal)
; ;
telastlegging
;
tenlastelegging
(accusation; accusal; allegation; charge); ;
telastlegging
;
tenlastelegging
🔗 The indictments on Monday of campaign aides Paul Manafort and Rick Gates weren’t a surprise to Trump, according to people who have spoken with the president.

EnglishDutch
indict aanklagen; beschuldigen; in staat van beschuldiging stellen
indict for beschuldigen van
indict somebody for iemand aanklagen wegens
indictable strafbaar; vervolgbaar
indictment aanklacht; akte van beschuldiging; beschuldiging; klacht; rechterlijke aanklacht; telastlegging; tenlastelegging