English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word heel
English | Dutch (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
heel | ||
heel | ||
Achilles’ heel (a chink in one’s armour) | ||
be at somebody’s heels (be close upon somebody’s heels; be hot on somebody’s trail; breathe somebody’s neck; run somebody a close second; run somebody close) | sekvi iun proksime | |
be close upon somebody’s heels (be at somebody’s heels; be hot on somebody’s trail; breathe somebody’s neck; run somebody a close second; run somebody close) | sekvi iun proksime | |
(be obstinate; be stubborn; persist; maintain) | zich schrap zetten | |
🔗 The school dug its heels in initially, saying it wanted to protect its Muslim students and make them feel heard. | ||
stiletto heel | ||
take to one’s heels | aan de haal gaan | ekforkuri |
take to one’s heels (flee; take to flight) | de vlucht nemen ; ; op de vlucht gaan ; |
English | Dutch |
---|---|
heel | ⇆ de hak zetten onder; ⇆ een hiel zetten aan; ⇆ hak; ⇆ hiel; ⇆ kapje; ⇆ kielen; ⇆ korstje; ⇆ muis; ⇆ muis van de hand; ⇆ slagzij maken; ⇆ slampamper; ⇆ uiteinde |
Achilles’ heel | ⇆ Achilleshiel |
be at somebody’s heels | ⇆ iemand op de hielen zitten |
be at the heels of | ⇆ op de hielen zitten |
be close upon somebody’s heels | ⇆ iemand op de hielen zitten |
be out at heels | ⇆ gaten in de kousen hebben |
be out at the heels | ⇆ gaten in de kousen hebben |
boots down at heel | ⇆ afgetrapte schoenen |
bring somebody to heel | ⇆ iemand kleinkrijgen |
bring to heel | ⇆ doen gehoorzamen; ⇆ klein krijgen |
click one’s heels | ⇆ zijn hakken tegen elkaar klappen |
close upon somebody’s heels | ⇆ vlak achter iemand |
come to heel | ⇆ gedwee volgen |
cool one’s heels | ⇆ antichambreren; ⇆ moeten wachten; ⇆ op zijn beurt moeten wachten |
dig one’s heels in | ⇆ niet toegeven; ⇆ zich schrap zetten |
down at heel | ⇆ afgetrapt; ⇆ met afgetrapte schoenen aan; ⇆ sjofel |
drag one’s heels | ⇆ opzettelijk treuzelen; ⇆ traineren |
fall head over heels | ⇆ duikelen; ⇆ een duikeling maken |
haste trips over its own heels | ⇆ hardlopers zijn doodlopers |
head over heels | ⇆ hals over kop; ⇆ holderdebolder; ⇆ ondersteboven; ⇆ tot over de oren |
heel bar | ⇆ hakkenbar |
heel fly | ⇆ horzel |
heel over | ⇆ slagzij maken |
heel prick | ⇆ hielprik |
kick one’s heels | ⇆ antichambreren; ⇆ moeten wachten; ⇆ op zijn beurt moeten wachten |
lay somebody by the heels | ⇆ iemand achter de tralies zetten |
leave somebody to cool his heels | ⇆ iemand laten wachten |
rubber heel | ⇆ gummihak; ⇆ rubberhak |
show a clean pair of heels | ⇆ zijn hielen laten zien |
show the heels | ⇆ het hazepad kiezen |
spike heel | ⇆ naaldhak |
stiletto heel | ⇆ naaldhak |
take to one’s heels | ⇆ aan de haal gaan; ⇆ benen maken; ⇆ de benen nemen; ⇆ de vlucht nemen; ⇆ ervandoor gaan; ⇆ het hazepad kiezen; ⇆ op de loop gaan; ⇆ op de vlucht gaan; ⇆ op de vlucht slaan; ⇆ zich uit de voeten maken |
turn head over heels | ⇆ rollebollen |
turn on one’s heels | ⇆ zich omdraaien |
heel‐bone | ⇆ hielbeen; ⇆ scheenbeen |
heel‐piece | ⇆ achterlap; ⇆ hielstuk |
heel‐tap | ⇆ hakstuk; ⇆ restje |
high‐heeled | ⇆ met een hoge hak; ⇆ met hoge hakken |