English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word happy

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(fortunate)
(glad; joyful; joyous; pleased)
🔗 Nothing would make his real enemies happier.
(contented; pleased; satisfied; content; gratified);
a happy medium
de gulden middenweg
la ora mezo
(fortunately); ;
🔗 So we were happily surprised at how easily CC3 removed them from the gas stream.
happiness
(felicity)
(sad; unfortunate; hapless)

EnglishDutch
happy blij; content; gelukkig; tevreden
a happy medium de gulden middenweg
happy hunting‐grounds eeuwige jachtvelden
I’ll be happy to ik zal gaarne
strike a happy medium de gulden middenweg bewandelen; de gulden middenweg vinden
happily gelukkig; gelukkigerwijs; gelukkigerwijze
happiness blijheid; geluk; gelukzaligheid; tevredenheid; zaligheid
happy‐go‐lucky zorgeloos
over‐happy overgelukkig
slap‐happy brooddronken; lawaaierig; lawaaiig; nonchalant; uitbundig; vrolijk
trigger‐happy agressief; oorlogszuchtig; schietgraag
unhappy ongelukkig; ontevreden; onzalig; verdrietig