English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word go to the bottom

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(foundation; ground; bed);
(underside)
malsupra flanko
(behind; buttocks; arse; backside; butt; bum);
zitvlak
(underside); ; ;
(backside; rump; hindquarters; posterior; rear; tail; behind); ;
🔗 Neither titter, nor scratch yourself, nor wriggle in your chair as if your bottom itched.

EnglishDutch
go to the bottom naar de diepte gaan; naar de kelder gaan; zinken
bottom achterste; achterste deel; achterwerk; basis; benedeneind; benedeneinde; benedenste; bips; bodem; bodemen; de bodem raken; doorgronden; fond; fondament; fondement; fundament; gat; grond; gronden; grondvesten; kiel; kont; kontje; laagste; laagste deel; onderkant; onderste; onderzij; onderzijde; steunen; van een bodem voorzien; verste deel; voet; weerstandsvermogen; zitting