English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word frequency

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
frequency
frequency
(prevalence; rate)
veelvuldigheid
angular frequency
;
angula frekvenco
frequent
(common; commonplace; regular)
;
ofta
frequent
(attend)
;

EnglishDutch
frequency frequentie; menigvuldigheid; trillingsgetal; veelvuldigheid
angular frequency cirkelfrequentie; hoekfrequentie
frequency meter frequentiemeter
frequency modulation frequentiemodulatie
frequent bezoeken; dikwijls bezoeken; druk; frequent; frequenteren; herhaald; herhaald voorkomend; menigvuldig; omgaan met; vaak voorkomend; veelvuldig; verkeren met
infrequency zeldzaamheid
low‐frequency laagfrequent