English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word fraction

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
🔗 A small fraction of these put the tragic and irreversible process into effect.
fraction
(parliamentary group; parliamentary party; parliamentary caucus)
fraction
fractionate
(split up; crack)
<in breuken verdelen>
frakciigi

EnglishDutch
fraction breuk; fractie; gebroken getal; onderdeel
complex fraction samengestelde breuk
continued fraction kettingbreuk
decimal fraction tiendelige breuk
femur fraction dijbeenbreuk
improper fraction onechte breuk
in a fraction of a second in een onderdeel van een seconde
repeating fraction repeterende breuk
vulgar fraction gewone breuk
fractional breuk‐; fractioneel; gebroken
infraction inbreuk; overtreding; schending